Geschreven door den heer Giovanni Pinto
Mijn opa, naar wien ik vernoemd ben, hiet Giovanni Giuseppe Pinto. Hij was een der laatste sprekers van het Moleesch, eene bijzondere streektaal die men spreekt in het Italiaansche dorp Mola di Bari. Zijn overlijden op den 29sten april 2018 is een groot gemis voor het Moleesch. Ik had nog graag meer Moleesch van hem willen leren. Toen hij overleden was, zeide ik eenige woorden in het Nederlandsch tegen hem. Hij hield van vreemde talen. Ik geloof dat mijn opa op reis naar de Goden is en dat ik een offer moet maken om hem een goede reis te wenschen.
Ik kan mij herinneren dat hij met mij in Mola rondliep en liedjes zong. Hij was een man die graag de fiets nam. Hij was altijd een beschaafde heer gedurende feesten en andere bijzondere gelegenheden. Hij kon uitstekend tekenen en vreemde talen spreken. Hij kende de gedichten en wetten van Archimedes gansch uit het hoofd. Hij heeft rond de hele wereld gereisd en hij is geweest in India, Japan, Afrika, Amerika, enzovoort. In den vreemde heeft hij veel geleerd over alle talen en volkeren van de wereld.
Voor zijnen dood was hij niet blij over hoe de wereld veranderd is. Hij was in 1928 geboren. De doden weten misschien alles over ons verleden en wat onze slechte daden waren. Ik ga morgenochtend zijn graf op den grafheuvel bezoeken. Ik zal morgenochtend bij zijn graf in stilte blijven staan. Ik ga een offer aan mijn opa maken, omdat ik eten met hem wil delen voor kracht op zijn reis naar de Goden in het hiernamaals. Ik zal wat lekkers voor hem maken en bij het graf voor hem achterlaten.