Geschreven door Dyami Millarson
Iemand zei eens tegen mij: “Fries is makkelijk te verstaan als je Nederlands kent. Het lijkt wel een dialect.”
Als je zoiets hoort, dan sta je misschien met je mond vol tanden. Wat antwoord je hier nu op?
Ik heb er wel een duidelijk antwoord op:
Fries kun je misschien wel verstaan omdat je Nederlands kent, maar het Fries spreken, dus het doen, is heel wat anders.
Fries is vanuit het Nederlands deels te verstaan omdat het een verwante taal is. Zo is ook het Duits vanuit het Nederlands te verstaan, maar Duits spreken is nog voor velen een hele opgave ondanks het feit dat ze het kunnen verstaan.
Verstaan en spreken zijn niet dezelfde dingen. Het Fries is toch zo anders dan het Nederlands dat een Nederlander niet makkelijk Fries spreekt, evenmin spreekt hij makkelijk Duits. Het Fries en het Duits zijn dus geen dialecten. Je moet de uitspraak, woordenschat en grammatica van het Fries apart leren want anders kun je geen Fries spreken.
Pas wanneer je geprobeerd hebt het Fries te leren spreken begrijp je echt dat het een taal is, het is bepaald niet makkelijk. Talen leren is immers nooit makkelijk, het is hard werken.
Duits of Fries verstaan kun je misschien wel dankzij het Nederlands, maar Duits spreken of Fries spreken doe je niet zomaar.
Het is een voorrecht dat als je Nederlands kent, je andere Germaanse talen zoals het Fries of Duits (deels) kunt verstaan. Maar dat geeft je niet het recht om op die talen neer te kijken. Je moet andere talen en de volkeren die erbij horen in hun waarde laten. Probeer eens hun taal te spreken, dan besef je dat het geen “dialect” is maar een volledige taal die zich onafhankelijk ontwikkeld heeft. Veel talen op aarde worden onterecht dialecten genoemd.