Geschreven door Dyami Millarson
Nederlands is de grootste taal in Suriname. Er worden echter 3 grote niet-Nederlandse talen in Suriname gesproken: Sranantongo, Sarnami Hindustani en Saramakaans (niet Saramakkaans met dubbel k). Sranantongo, dat letterlijk ‘Surinaamse tong’ betekent, wordt ook wel gewoon ‘Surinaams’ genoemd omdat het de grootste niet-Nederlandse taal van Suriname is. Sarnami Hindustani is de tweede grootste niet-Nederlandse taal van Suriname en het Saramakaans de derde grootste. Een geschreven taal is ontwikkeld voor het Sranantongo, Sarnami Hindustani en Saramakaans, maar deze talen worden voornamelijk gesproken, niet geschreven.
Mijn vader en de oudere personen in onze familie kunnen een woordje Sranantongo spreken, maar hun moedertaal is Nederlands. Het Nederlands in onze familie is archaïserend, maar niet typisch Surinaams. Het lijkt in sommige opzichten meer op Belgisch Nederlands. Ik heb vanaf mijn geboorte dit Nederlands gehoord en mijn eigen archaïsche uitspraak ontwikkeld. Ik heb nooit een Surinaamse taal gesproken, maar ik wou wel van jongs af aan het Sranantongo leren. Het is er vroeger nooit van gekomen, maar ik hoop het op een dag wel eigen te maken, omdat de oude leden van onze familie het ook een woordje kunnen en soms een uitdrukking uit het Sranantongo in het Nederlands gebruiken.
Ik struin regelmatig het zichtbare wereldwijde web af op zoek naar handige materialen bij het leren van vreemde talen. De drie grootste niet-Nederlandse talen van Suriname kan men het makkelijkst op internet leren met behulp van de gratis woordenboeken van SIL. Door mijn zoektocht naar bronnen voor verschillende talen op het internet stuitte ik op deze gratis woordenboeken. Men kan ook woordenboeken op die webstee vinden voor twee kleine Surinaamse talen.
De langste tekst van het Sranantongo die men op het internet kan vinden is de bijbel. Het Sranantongo heeft heel algemeen bezien dezelfde woordvolgorde als het Nederlands: onderwerp – persoonsvorm – lijdend voorwerp. Wanneer men de woordvolgorde van een taal weet, dan is het makkelijker om teksten in de taal te ontcijferen. Het Saramakaans, dat gezien wordt door de sprekers van het Sranantongo als het ‘echte diepe en zuivere Surinaams’, zal in structuur behoorlijk overeenkomen met het Sranantongo. Er kunnen desalniettemin afwijkingen zijn in de syntaxis.
Ik heb vooralsnog geen lange teksten op het internet van het Saramakaans kunnen vinden behalve enkele korte verhaaltjes opgetekend voor SIL. Het zal een hele uitdaging worden om met de voorgenoemde gratis internetbronnen het Saramakaans te leren. Edoch zal het leren van het Sarnami Hindustani veel moeilijker zijn, omdat het qua structuur weinig lijkt op Sranantongo en Saramakaans. De woordvolgorde van het Sarnami Hindustani lijkt op het Latijn: onderwerp – lijdend voorwerp – persoonsvorm. Het Sarnami Hindustani stamt af van de grootste Bihari taal in India: het Bhojpuri. De betrekking tussen het Sarnami Hindustani en het Bhojpuri is ongeveer zoals tussen het Nederlands en Afrikaans. Men vergelijke het Sarnami Hindustani met het Bhojpuri of indien hierover niet genoeg te vinden is, dan met het Hindi om een algemene indruk te krijgen van de structuur van het Sarnami Hindustani. Door de weinige bronnen die voor handen zijn verwacht ik dat het leren van het Saramakaans moeilijker zal zijn dan het leren het Sranantongo, terwijl het leren van het Sarnami Hindustani weer lastiger zal zijn dan het Saramakaans. Later zal ik nogmaals een uitgebreidere zoektocht doen naar teksten in elk van deze talen, maar ik heb nu wel een algemeen beeld over het beperkte aantal bronnen die gratis online beschikbaar zijn om deze talen te leren. Er is online aanmerkelijk weinig geschreven in deze talen. Wij hopen in de toekomst met ons blog daar verandering in te brengen. Mijn vader heeft in 2018 op zijn verjaardag een eerste poging gedaan een stukje te schrijven in het Sranantongo, maar hij voelde zich daar destijds nog niet zo zeker over omdat hij de taal nooit geschreven heeft. Dit onzekerheidsgevoel zal waarschijnlijk ook gedeeld worden door andere sprekers van de Surinaamse talen. Men moet maar zo denken om over het onzekerheidsgevoel heen te komen: In het land der blinden is eenoog koning.