Geschreven door Giovanni Pinto
De internationale erkenning van het Schiermonnikoogs als taal geeft de doorslag aan een reëvaluatie van deze taal, en daardoor wordt men aangemoedigd om de taal verder te documenteren. Het opent nieuwe wegen voor het onderzoek, en hiermee zullen nieuwe ontdekkingen gedaan worden.
Het is een belangrijk moment voor de Standaardfriese taal zelf, omdat de ontdekking dat het Schiermonnikoogs nu een taal is en daarmee een vergelijkend inzicht geeft. Het Fries zoals wij het tot nu kenden leert zichzelf ook beter te begrijpen. Het blijkt complexer te liggen.
De Schiermonnikoogse taal is een onafhankelijke en zelffunctionerende taal, met haar eigen grammaticale regels. De taal van Schiermomnikoog stond meerendeels buiten het bereik van de omringende talen, en de sprekers van het Schiermonnikoogs zelf hebben ernaar gestreefd om hun taal te documenteren en te behouden.
Ik ben dagelijks met het behoud van het Schiermonnikoogs bezig geweest. Wanneer ik iets tegen mijn leergenoten wil zeggen, zeg ik het in het Schiermonnikoogs.
Hoe de erkenning van het Schiermonnikoogs goed voor het Fries is: De erkenning van meerdere Friese talen zorgt dat het Fries zoals het altijd in de geschiedenis geweest is voort blijft bestaan. De erkenning van meerdere Friese talen helpt men onderscheiden wat wat is. Het geeft het voordeel van de keuze aan mensen. Er is geen een Friese taal, maar er zijn meerdere Friese talen. Fries is een taalfamilie, ook in Nederland.
De erkenning dat het Schiermonnikoogs een taal is brengt verschillende belanggestelden uit de hele wereld bij elkaar om samen in de wereld van de Schiermonnikoogse taal te duiken, en het onderzoek in het Schiermonnikoogs leidt ons tot nieuwe ontdekkingen in deze taal van Friesland en geeft inzichten over hoe andere talen om het Schiermonnikoogs heen zijn geëvolueerd.
Het Schiermonnikoogs is belangrijk om inzichten in de andere talen te krijgen, en zelfs over het Engels, de lingua franca die tegenwoordig de meest gebruikt wordt voor internationale communicatie, waaraan het Schiermonnikoogs gerelateerd is, krijgt door het Schiermonnikoogs meer inzicht.
Wanneer men de taal van een bepaalde plek op de aarde spreekt, denkt en voelt men wat men daar altijd gedacht en gevoeld heeft. Een taal goed documenteren helpt ons denken zoals de inwoners die bekend zijn met de omgeving. En door de gezegdes en de woorden van een taal zoals plaatsnamen te kennen, leert men de natuur te respecteren zoals de natives haar altijd gerespecteerd hebben en tot ons toe heden ten dage gebracht hebben.
Ik vond zelfs een woord van het Latijn afstammende in het Schiermonnikoogs dat op het Italiaans lijkt en in het Nederlands niet veel gebruikt wordt, maar wel op Schiermonnikoog, zoals fedúsje, dat in het Italiaans als fiducia en in het Nederlands fiducie (vertrouwen) vertaald wordt. Het woord komt ook in het Fries voor als fidúsje.
Het woord dún, meervoud dúne, waar men een klank hoeft te veranderen, de ú die als in het Nederlands muur uitgesproken wordt, naar het Italiaans u, dat in het Italiaans zoals het Nederlands oe gelezen wordt. Van mijn verdiepingen in de taalkunde leerde ik dat het Nederlands woord duin, het Italiaans woord duna (meervoud dune), en het Eilander woord dún, van een oorspronkelijk Keltisch woord afstammen, dat later in de Germaanse talen in zwang raakte.
Het Schiermonnikoogs geeft me redenen om goed voor mezelf te zorgen. Omdat de overleving van deze taal van mij en van mijn leergenoten afhangt, dan wordt mijn eigen leven en gezondheid een zichtbaardere prioriteit.
Het Schiermonnikoogs geeft mij inzichten over hoe het leven op andere manieren beleden kan worden. Ik leer zoals de mensen op Schiermonnikoog te denken, en hoe hun gewoontes zijn. Hiermee ziet en begrijpt men de zeden, gebruiken en spreekwoorden van de inwoners van de plek waar de taal gesproken wordt.
Mijn oog voor de grammatica van het Schiermonnikoogs is mettertijd vaardiger geworden. Ik begin nu onderscheid te maken tussen vragende bijwoorden/voornaamwoorden en betrekkelijke voornaamwoorden/voegwoorden, bijvoorbeeld het verschil tussen wanneer en wanneer’t, wa en wa’t, dà en dà’t. De eerste wordt in vragen gebruikt. De laatste mogelijkheid (wanneer’t en wa’t) komt voor in zinnen (bijzinnen) zoals “wanneer ik klaar ben, zeg ik het” (“wanneer’t ik klair bin, seez ik it”), “wie zoekt, die vindt” (“wa’t sacht, dy fiint”) en “toen ik dat deed, hoorde ik een stem” (“dà’t ik dat dúech, heersde ik in stim”). Doordat de taal erkend is, zal men nu ook meer aandacht aan de structuur ervan besteden.
De taal gaat nu meer leven voor de mensen. Omdat het Schiermonnikoogs nu als taal erkend wordt, wil de leerling ook weten hoe men de taal in verschillende toestanden van het dagelijks leven moet gebruiken. Als iemand moet koken, dan moeten woorden en uitdrukkingen die gedurende het koken gebruikt worden.
Met deze historische gebeurtenis van de internationale erkenning, zie ik een mogelijkheid voor solidariteit tussen minderheidstalen. Recentelijk is een van de laatste sprekers van de Elfdaalse taal in Zweden overleden, die de grammatica van het Alfdaals schreef; zijn naam was Bengt Åkkerberg. Men verliest snel sprekers van minderheidstalen, die men niet meer kan raadplegen. Het is daarom een taak die nu uitgevoerd moet worden om kwaliteitswerk te leveren. Als dit werk uitgesteld wordt, hebben we niet meer dezelfde waardevolle en betrouwbare bronnen die we eerder hadden. Onze bronnen zijn levende mensen met gevoelens en ervaringen. Een mensenleven is kwetsbaar en daarom moeten we ons inzetten om alle menselijke kennis te vereeuwigen.