Geschreven door Ken Ho
Sinds 2016 zijn we bezig om meer bewustzijn bij onszelf te kweken over de Friese talen die in Nederland gesproken worden en dit over te brengen op de mensen in Nederland en ver daarbuiten; wij hopen dat hetzelfde bewustzijn bij onszelf gekweekt is ook onder het publiek gekweekt kan worden. Dit laatste proberen wij op verschillende manieren te verwezenlijken, zoals een blog te schrijven, media-interviews te aanvaarden en in alle rust feitelijke uitenzettingen (zij het essays, verslagen of boeken) te schrijven over de inzichten die wij verworven hebben middels onze talenstudie. Eind augustus 2016 werd de eerste media-aandacht aan ons voornemen geschonken om verschillende Friese talen in Nederland te bestuderen en te bevorderen. Met een YouTube-filmpje kondigden we aan dat ik tezamen met Dyami Millarson het Standaardfries wou leren spreken, luisteren, lezen en schrijven. Het was toen voor ons de eerste stap om de enorme Friese taaldiversiteit te verkennen. Wij waren voornemens onderzoek zowel vanuit een oosterse holistische confucianistische kijk als een westerse kijk te doen omdat deze twee wijsgerige kijkwijzen elkander aanvullen (en nog genoeg verassingen op zal leveren, want men weet immers niet alles van tevoren). We waren ons ervan bewust dat we de talen zelf moesten leren om ons eigen beeld over de uniciteit van de Friese talen te vormen. Het is op zich wellicht een vernieuwend inzicht dat het zelf bezigen van de talen onmisbaar is voor de beeldvorming; de kennis moet van binnenuit komen en niet van buitenaf opgelegd worden, waarmee ik bedoel dat de taal ervaren moet worden door het zelf volop te bezigen om een beeld te vormen. Door de jaren heen hebben we, zelf de talen lerende, veel ontdekkingen gedaan. Het leren van het Standaardfries in 2016 opende voor ons de deuren naar het Oosterschellings, het Schiermonnikoogs en uiteindelijk het Hindeloopers in 2018. Aan de hand van onze studie zijn we uiteindelijk tot de slotsom gekomen dat alle drie de voorgenoemde Friese talen die in Nederland gesproken worden echt volwaardige en zelfstandige talen zijn. Door autentieke sprekers van deze talen die al op leeftijd zijn te bezoeken, met hen gesprekken te voeren, naar hun levensverhalen te luisteren en bestaande woordenboeken en andere schaarse publicaties in deze talen te raadplegen (die wij tevens kunnen nakijken op volledigheid en kunnen beoordelen op bruikbaarheid), krijgen we een veelzijdig beeld van waar we mee te maken hebben. Het gaat niet zozeer om een paar afwijkende klanken, maar om een heleboel bijzondere taalkundige en sociologische verschijnselen die in o.a. verhalen, gedichten, rijmpjes, muziek en poezië tot uiting komen. Het Oosterschellings is bijvoorbeeld heel erg op harde arbeid gericht, terwijl het Hindeloopers zich eerder met handel en ambacht bezighoudt. De spreekwoorden in het Oosterschellings hebben overwegend meer betrekking op menselijke verhoudingen en die van het Hindeloopers op de handel. Als men een van de Friese talen spreekt, krijgt men een taalgevoel dat zich niet makkelijk laat vertalen. We noemen dit gevoel de taalgeest, en hieruit groeit onze overtuiging dat het hier echt om volwaardige Friese talen gaat.
Onze bewustwording leidt tot actie. Op 22 Augustus 2018 bezochten we met ons vijven voor de eerste keer het Waddeneiland Schiermonnikoog. We waren toen afgereisd om de hooguit 30 overgebleven sprekers van het Schiermonnikoogs die al op leeftijd waren te ontmoeten. Het was ons gelukt met hen in het Koningshuis in hun moedertaal te spreken, ondanks het feit dat we de taal eerder nog nooit hadden horen spreken en de Schiermonnikogers zeiden dat het kwart voor twaalf voor hun taal was, volgens hen spraken wij het zoals moedertaalsprekers, ze zagen ons als echte Eilanders, van hen mochten we wel blijven en zij hadden bij ons, zoals zijzelf verwoordden, het filosofisch beeld van de drie wijzen die uit het oosten kwamen. Dat er jongelui zijn die hun taal spreken, heeft bij hen veel losgemaakt en zozeer raakte dit de nuchtere Eilanders zelfs, dat ze hun tranen niet konden bedwingen. Taal verbindt, en de emotie waar iedereen in de ontmoeting mee ontroerd werd, zette ons aan het denken. We ontdekten opnieuw waar de oorsprong oftewel de kern van het opzetten van ons taalproject ligt. We geven om mensen en mensen voelen zich prettig als hun taal, cultuur en geschiedenis begrepen worden. Door menselijk begrip dat echt vanuit het hart komt aan te moedigen voor de bescherming van kwetsbare minderheidstalen, minderheidsculturen en geschiedkundige perspectieven van minderheden, wensen we wederzijds respect met betrekking tot mensen van allerlei verschillende achtergronden teweeg te brengen. Onze pragmatische aanpak om de talen zelf te leren spreken en schrijven levert belangrijke bijproducten op, die vooraf niet voorzien waren, namelijk, dat wij dicht naast de moedertaalaprekers staan, waardoor doelen en overdracht snel en interactief bereikt kunnen worden in samenspraak met de taalgemeenschappen.
Het laatste project van 2018 vond plaats te Hindeloopen alwaar wij een toespraak zouden geven. Dat deden we op het laatst, omdat de Hindelooper taalsituatie behoorlijk complex was. We zijn er in hetzelfde jaar drie keer geweest, waarbij we helemaal in sfeer in een traditioneel ingericht huis met Hindelooper moedertaalsprekers gesproken hebben. Door vaker gesprekken op locatie in de eigen aloude taal te voeren, hebben we het vertrouwen van de mensen geleidelijk gewonnen. Dientengevolge hebben we op 12 november 2018 ‘s avonds een bijeenkomst in de doopsgezinde kerk gehouden, waar we onze (onderzoeks)resultaten aangaande de Hindelooper taal meegedeeld hebben in een toespraak. Ik gaf tijdens de bijeenkomst aan hoe de spelling van van der Kooy de Hindelooper uitspraak het best weergaf, waardoor mensen zich de taal makkelijker kunnen eigen maken (dit hoort bij onze kritische beoordeling van de bestaande leermaterialen). Daarnaast heb ik recentelijk naar aanleiding van de uitreiking van het Graet Hylper Wordebook plaatsvindende te Hindeloopen op 29 maart 2019 een videoboodschap gemaakt, waar ik benadrukte dat het Hindeloopers mijns inziens een taal is omdat het een kwestie van definitie is aangezien het Standaardfries en Hindeloopers gelijkwaardige taalsystemen zijn, en jammer genoeg is voor de vertoning op het evenement het stukje uit de oorspronkelijke videoboodschap geknipt waar ik de taalkundige bijzonderheid van het Hindeloopers ten opzichte van het Standaardfries toelichtte en wat tevens gold als taalwetenschappelijke rechtvaardiging van mijn standpunt. Het Hindeloopers heeft namelijk noch de oude breking noch de nieuwe breking, die het Standaardfries als aparte taal doen kenmerken ten opzichte van het Nederlands, doorgemaakt, waardoor er in het Hindeloopers nog steeds “rócht” zonder een j-klank en “fòòr” zonder een w-klank uitgesproken worden. Dit staat in tegenstelling tot het Standaardfries, waar men “rjocht” en “foar” (= fwar) zegt. Het is mij ter ore gekomen dat tijdens het evenement van de uitreiking, ook zoals tijdens onze toespraak (voornamelijk Dyami heeft de voordracht gedaan vanwege de complexiteit) in de gereformeerde kerk te Hindeloopen in 2018 waar ik wel bij was, wij ambassadeurs van de Hindelooper taal werden genoemd. Het is fijn om te horen dat ons liefdadigheidswerk door de Hindeloopers gewaardeerd wordt. Dit bewijst voor mij dat liefde voor taal en cultuur wordt beantwoord met liefde. Filosofisch is de liefde zeer gewichtig voor mij. Het mooiste is wederzijdse liefde. Eenzijdige liefde zou jammer zijn omdat de liefde dan ook niet verder kan groeien en meer mensen kan inspireren.
Op 14 en 15 november 2019 waren we op Terschelling op bezoek bij een familie die thuis nog steeds het Oosterschellings sprak. Ik was heel dankbaar dat het ons nog lukte om tegen het einde van mijn verblijf in Nederland het Waddeneiland Terschelling te mogen bezoeken. We waren uitgenodigd om bij het gezin twee dagen lang te logeren. Natuurlijk was het Oosterschellings de voertaal toen we er waren. ‘s Avonds maakten we een voorstelling mee die helemaal in het Oosterschellings uitgevoerd werd. Het was een prachtige voorstelling waar veel zegswijzen gebruikt werden. Het was een prachtige avond op Terschelling!
Dat er nu de drie voorgenoemde Friese talen op Glottolog als volwaardige talen erkend worden, verruimt ons huidige beeld van de Friese taaldiversiteit in Nederland. Er is namelijk niet alleen een Friese taal, maar er zijn meerdere Friese talen in Nederland. Het belang om het beeld te verruimen ben ik meer dan een keer op ingegaan. Bijvoorbeeld, eerder heb ik de eer gehad om een artikel in het Standaardfries op Ensafh te mogen schrijven, waar ik nadruk gelegd heb op de rechtvaardigheid van de aanvaarding van de werkelijke Friese taalsituatie in Nederland. Het artikel werd op 8 november 2018 uitgebracht. Ik had het erover dat de zustertalen van het Standaardfries – de eerste zijn vooral de kanaries in de koolmijn voor het laatste – niet vergeten mogen worden, in acht nemende hoe ze een wederzijdse ecologische afhankelijkheid met elkaar opgebouwd hebben, die bijgedragen heeft aan het behoud van het Westerlauwers Fries tot heden ten dage. Hun dienst hoort dus erkend te worden door hun een gelijkwaardige plaats in de geschiedenis toe te kennen.
Onze ontdekkingsreis door de Friese talen gaat door. We willen kennis verzamelen en deze aan anderen doorgeven. Het is ons levenswerk, met andere woorden, liefdadigheid die geen einde kent zolang wij leven. Het doet ons groot genoegen om taalkundig en sociologisch onderzoek te verrichten in plaatsen waar veel werk te doen valt voor de vastlegging en vereeuwiging. Het is een goede oefening voor ons kritisch denkvermogen en door het zelf te doen, willen we ook anderen uitdagen met ons mee te doen. Hiermee zou de heer Confucius, een bekende Chinese filosoof en leraar, het eens zijn. Hij heeft eens gezegd dat het studeren zelf plezier geeft en dat het belangrijk is om anderen erbij te betrekken. Ik geloof dat zijn gedachtegoed over het studeren ons werk goed beschrijft. Onze missie is immers taal, cultuur en geschiedenis te bestuderen en onze verzamelde kennis hierover door te geven. Met confucianistische piëteit presenteren we aan anderen de erkenning van alle drie de voorgenoemde Friese talen op internationaal niveau als een historische mijlpaal voor het behoud van de Friese taalfamilie in al zijn diversiteit in het Koninkrijk der Nederlanden. Met dit hoger doel voor het oog gaat ons onderzoek als maar door. Noch geven wij op noch houden wij op, omdat wij de drang voelen om bijdragen te leveren aan het behoud van de Friese taalfamilie. Het is van belang voor de voortgang van de menselijke geschiedenis dat de Friese taaldiversiteit met volledig herstel van al haar eer gezien eerdere oneerbiedige behandeling (onrecht) vastgelegd, behouden, onderzocht, beoefend en gewaardeerd wordt. Wij zien onszelf daarmee in perspectief; wij zijn slechts een schakel in het geheel dat een hele lange ketting van taalwording en taalverwording voorstelt. De wording en verwording, twee tegenovergestelden zullen altijd terugkeren in de geschiedenis, maar het is de uitdaging om een weg te vinden die talen voor de eeuwigheid in stand houdt terwijl zij niet ten onder gaan aan de tand des tijds. Gevaar voor het voortbestaan zal er altijd zijn, maar toch is het van levensbelang om te blijven bestaan. Talen kunnen worden, dus ontstaan of verder gaan met hun bestaan, maar ze kunnen ook verworden, dus ophouden te bestaan of dreigen hun eigen bestaan te verliezen.