Geschreven door Dyami Millarson
In het Helgolands zegt men ‘Uurs no wat?’ voor ‘Anders nog iets?’ en in het Saterlands zegt men ‘Uurs noch wät?’. Oars betekent anders in het Fries en het is eeuwrs in het Schiernonnikoogs en óóas in het Hindeloopers. In het Duits is de constructie wat anders door het Duitse bijwoord sonst i.p.v. het Nederlandse bijwoord anders: ‘Sonst noch etwas?’ Het valt op dat de uitdrukking tussen het Nederlands, Helgolands en Saterlands letterlijk vertaald kan worden, maar het Duits wijkt juist af door sonst. ‘Anders nog wat?’ in de vier talen geeft de indruk dat de vier talen verwant zijn met wat kleine verschillen, maar due verschillen tellen gauw op met langere zinnen en al helemaal met verhalen. Korte zinnetjes zijn niet representatief voor een taal. Een valkuil met kleine of losse zinnetjes vergelijken tussen verwante talen is dat men algauw geneigd zal zijn te denken dat het allemaal dialecten zijn, terwijl het juist om een taalfamilie gaat. Talen in dezelfde taalfamilie lijken vaak meer op elkaar in de kortere uitdrukkingen, maar als men langere zinnen maakt, dan telt het al gauw op met de verschillen en worden de kleine verschilletjes ineens toch wel groot.
Dit is waarom ik geen voorstander ben van een paar losse en korte zinnetjes te vergelijken tussen de Friese talen. Dit kan makkelijk ,gemanipuleerd worden om een beeld te scheppen dat het om dialecten gaat. Men moet het geheel aanschouwen om zich ervan bewust te worden dat het om talen gaat die weliswaar verwant met elkaar zijn maar waarvan de verschillen toch behoorlijk optellen wanneer men meer begint uit te drukken in de taal. Ik ben een voorstander ervan om juist verhalen te gebruiken om een goede indruk van verschillen tussen de Friese talen te krijgen en de talen op een degelijke manier te vergelijken. Men krijgt een heel ander beeld van het Fries t.o.v. het Hindeloopers wanneer men een paar korte zinnetjes vergelijken dan wanneer men een paar verhalen vergelijkt die helemaal in het authentiek Hindeloopers en authentiek Fries geschreven zijn (en niet met opzet naar elkaar toegeschreven zijn). Men moet de situatie eerlijk weergeven door in de authentieke taal te schrijven en dus wat taaleigen is moet voorrang krijgen over uitdrukkingen die cognaat zijn. Een grote valkuil is om talen d.m.v. cognaten naar elkaar toe te schrijven en dit levert een zeer oneerlijke vergelijking op, die het beeld schept van meer overeenkomst dan er in werkelijkheid is tussen twee of meer talen.
Mij is het opgevallen dat doordat ik hele artikels schrijf in de verschillende Friese talen dat ik daardoor een goed beeld gekregen heb van de talen zelf (ten opzicjte van elkaar) en ik kan ze als geheel goed van elkaar onderscheiden. Ik schrijf verhalen en niet enkel zinnen in de talen. Ik heb ze geleerd om verhalen te kunnen schrijven. Dit betekende dat ik ook meer moeite moest doen om de talen goed te leren en ik blijf nog steeds moeite doen om nieuwe uitdrukkingen op het spoor te komen en ze eigen te maken en toe te passen in mijn schrijven. Ik zie de talen als geheel en niet als losse onderdelen. Kijkt men naar de losse onderdelen, dan is het verleidelijk om de Friese talen slechts als aftreksels van elkaar en daarom dialecten te beschouwen. Edoch heb ik oog voor de eigenheid van iedere taal omdat ik steeds geconfronteerd word met het geheel i.p.v. de losse onderdelen omdat ik de talen in de praktijk ook daadwerkelijk gebruik. Een valkuil voor de westerling is om door de bomen het bos niet meer te zien. De westerling verliest zich algauw in het geheel, maar de oosterling overziet vaak het geheel. Het is met talen belangrijk om talen te beschouwen als geheel en niet zoals de westerling geneigd is alleen losse onderdelen te zien. Dit blog biedt mijzelf juist de gelegenheid om mij – onderwijl het schrijven van vele verhalen – te verdiepen in de talen en ze als geheel steeds beter in het juiste evenwicht van overeenkomst en verschil te kunnen zien. Verwante talen zijn een evenwicht van overeenkomst en verschil, en dit contrast maakt verwante talen zo bijzonder fascinerend om te onderzoeken.