Geschreven door Dyami Millarson
Het feitelijk verschil tussen taal en dialect is een fictie met grote juridische gevolgen. Een onderzoek uit 2015 gepubliceerd in het wetenschappelijk magazine Cognition wijst uit dat er waarschijnlijk geen neurologisch verschil is tussen taal en dialect, wat inhoudt dat dezelfde neurologische voordelen van meertaligheid opgaan voor het spreken van twee zogenoemde ‘dialecten’ als voor 2 talen. Michael Erard, voormalig ‘journalist in residence at the Max Planck Institute for Psycholinguistics in the Netherlands’, schrijft in zijn artikel in 2016 voor Aeon dat tot nog toe niemand zich in de wetenschappelijke wereld afgevraagd had of het spreken van twee zogeheten ‘dialecten’ niet dezelfde cognitieve voordelen zou kunnen hebben als het spreken van twee zogeheten ‘talen’.
In 2016 hebben wij aangekondigd dat wij het Oosterschellings, Hindeloopers en Schiermonnikoogs gingen leren. In 2017 hebben wij ons in Hongkong, Taiwan en vasteland China bezig gehouden met de vraag hoe wij deze beloftes waar zouden maken. Door onze reizen door Azië in 2017 hebben wij de nodige inspiratie opgedaan voor onze aanpak hoe we Oosterschellings, Hindeloopers en Schiermonnikoogs in 2018 gingen leren. Wij vonden het in 2017 tevens erg toepasselijk dat wij een Fries taaldiversiteitsproject zouden doen in 2018 omdat dit het jaar van de Culturele Hoofdstad zou zijn voor Leeuwarden, waar ik woon en wat de thuisbasis is voor ons taalinitiatief Operatie X binnen de Europese Unie, en er zou aandacht besteed worden aan taal en cultuur.
Wij hebben ons project in 2018 volgens het plan van 2017 uitgevoerd. Waar wij nog niet genoeg bij stilstonden in 2017 en 2016 was dat we met echte volledige talen te maken hadden en dat het leren nog zwaarder dan verwacht zou vallen. Er waren moeilijke momenten en omdat het leren zo zwaar viel, gaven we het soms even op om het later weer gewoon op te pakken. Dit doordrong ons ervan dat we met echte talen te maken hadden en dat we de talen als talen echt serieus moesten nemen. Wij zeiden tegen onszelf: Als we deze talen zien als dialecten, dan kunnen we ze niet echt eigen maken, maar als we ze behandelen als volwaardige vreemde talen, net als het Chinees of Duits, die het waard zijn om de volle aandacht op te storten, dan kunnen we deze talen eigen maken. Ons experiment van 2018 om deze talen te leren heeft ons overtuigd van de voordelen van het leren van deze talen en dat het hier om volledige talen gaat. Wij zagen onszelf als proefkonijnen om te experimenteren met de gedachte of het hier wel gaat om dialecten.
Wij zijn door het zelf leren tot de stellige conclusie gekomen dat het Oosterschellings, Hindeloopers en Schiermonnikoogs talen zijn en dat het cognitieve voordelen heeft om ze als zodanig te leren. Het viel ons namelijk op dat het op allerlei manieren voordelig was voor onze kennis van andere talen, zoals het Nederlands en Engels, en ons denkvermogen dat wij deze talen bestudeerd hebben in 2018. Ik heb een enorme verandering in mezelf gemerkt sinds 2018 en ik bespeurde bij mezelf dat er nieuwe paden geopend werden in mijn brein, waardoor ik in 2019 makkelijker kan leren. Onder andere merkte ik dat de geestelijke verwerking van nieuwe gegevens vloeiender ging/gaat, mijn geest scherper geworden was/is en geen last van talenverwarring had/heb – ik haalde/haal de talen over het algemeen niet door elkaar – juist door voorgenoemde en andere hier niet benoemde geestelijke voordelen. Vandaar vind ik de de facto internationale erkenning voor de drie kleine Friese talen als onafhankelijke talen alleszins begrijpelijk en geheel op haar plaats.