De verwarrende ongeschreven stomme h en w in het Elfdaals

Geschreven door Dyami Millarson

Stom wordt meestal in het dagelijks Nederlands gebruikt met de betekenis van Eng. stupid oftewel Lat. stultus, maar als men het over taal of uitspraak heeft, dan stom wordt gebruikt in de betekenis van Eng. mute oftewel Lat. mūtus: stomme klank mute sound (d.w.z. een klank die men niet hoort). Een stom persoon is iemand die niet kan praten en zo wordt het woord doofstom gebruikt om iemand te beschrijven die zowel niet kan horen als praten.

Blindheid was de eerste beperking die ik als kind begreep omdat zicht altijd het belangrijkst boor mij was; doofheid begreep ik later pas omdat het wat abstracter scheen daat het met geluid en gehoor te maken had; stomheid begreep ik pas het allerlaatst als kind ten eerste omdat ik het woord verwarde met stom in de betekenis van stupid (stultus) en ten tweede omdat het mij het meest abstract overkwam daar het met taal of communicatie te maken had.

Voor mij was stom em doof moeilijk te onderscheiden, maar ik begreep algauw dat doven een andere taal spraken, daar mij ooit eens opviel dat een meisje, waarmee ik aan het spelen was, sprak met haar handen en zij kun niet verstaan wat ik zei, waardoor ik genoodzaakt was anders met haar te communiceren, hetgeen ik niet zo moeilijk vond omdat ikzelf een beeldende oertaal oftewel oertaal in beelden met mijzelf sprak in mijn hoofd nog voordat ik al kon praten.

Ik had al vroeg na mijn geboorte, toen ik mijn ogen geopend had, een groot bewustzijn ontwikkeld en ik was in staat om ruimtelijke informatie – ik was erg op zicht gericht – om te zetten in een 3D-taal, die ik weliswaar alleen met mijzelf kon spreken maar mij al wel de mogelijkheid gaf om mensen om mij heen te begrijpen. Ook nu nog gebruik ik ruimtelijke informatie oftewel 3D-informatie om te achterhalen wat mensen zeggen in een vreemde taal; 3D-denken stelt mij in staat de code van elke vreemde taal enigszins te kraken.

Mij boeide als kind de 3D-vormen van alles om mij heen en hiermee wist ik een oertaal te ontwikkelen – middels mijn bewustzijn – om mij te voorzien in mijn dagelijkse behoeften. Het gaf mij rust om steeds beter te kunnen communiceren met mijzelf in mijn hoofd. Ik werd er door mijn bewustzijn onrustig van toen ik opmerkte dat volwassenen met elkaar konden communiceren; ik begreep niet wat zij tegen elkaar zeiden en dit was een bron van frustratie voor mij als kind.

Ik kreeg algauw door dat ik ook kon deelnemen aan hun interactieve wereld door gebaren te gebruiken. Ik herinmer mij nog hoe ik communiceerde middels gebaren om te krijgen wat ik wou. Ik had een sterkte wil en wou zelf mijn eigen keuzen maken. Bijvoorbeeld at ik liever wat ik zelf uitkoos. Ik heb mijn eigen ervaring gehad hoe het is om ‘stom’ te zijn; ik vond het beangstigend en onprettig en daarom toen ik eenmaal leerde praten, kon ik algauw volzinnen maken. Ik vermoed dat ik met groter gemak Nederlands kon leren door de hulp die ik ervoer van mijn eigen ontwikkelde oertaal. Tot nu toe heb ik soms moeite om woorden te vertalen van oertaal (alleen met mijzelf in mijn hoofd gebezigd en onvertaalbaar naar schrift of spraak) naar mensentaal (interactief, dus gebezigd tussen personen) omdat de eerste in gehele of volledige gedachten communiceert (niet opgedeeld in taalelementen, 3D-vormen herinneren mij aan specifieke informatie of kunnen mij tot nieuwe inzichten brengen over de wereld/omgeving of de mensen om mij heen) terwijl de tweede alles opdeelt in woorden.

Veel informatie in 3D-oertaal is slechts 1 vorm omdat alles in die vorm bevat kan worden, meerdere gedachten zijn wel meerdere vormen; het werkt een beetje als 1 label op elke complexe gedachte plaatsen, vaak een hele zin in mensentaal, het lijkt enigszins op Egyptisch of Chinees schrift maar dan in 3D en het werkt als een bewegende film, soms kleurrijk, soms kleurloos, en deze oertaal werkt vooral goed om algemene principes of regels samen te vatten, maar het ‘nadeel’ is dus dat ik geen vertaalhulp of woordenboek heb om op terug te vallen als ik er even niet uitkom in mensentaal, noch is er een mens op aarde die mij daarbij kan helpen want niemand spreekt dezelfde 3D-taal met zijn brein, noch kan iemand het goed leren want telepathie met 3D-beelden, oftewel complexe en directe communicatie van brein te brein, is – althans nu nog – niet mogelijk. Echter, ik denk vele malen sneller in 3D-oertaal dan in mensentaal omdat het voor mij makkelijker is om 3D-beelden te genereren dan zinnen te formuleren. Een ander voordeel is dat deze 3D-taal altijd heel handig gebleken is voor filosofie, maar het moet wel omgezet worden naar mensentaal om begrijpelijk en inzichtelijk te worden. Mijn levensuitdaging is het om mijn gedachten begrijpelijk en inzichtelijk te maken voor anderen en mettertijd ben ik het als een ware kunst gaan beschouwen.

Mijn ervaring met het woord stom uitgelegd hebbende, keren wij terug naar het heden. Verwarrend aan het Zweeds vind ik de ongeschreven stomme v in het Zweeds: ord, dat hetzelfde betekent als woord in het Nederlands en daaraan verwant is, staat voor *vord. Dit is hetzelfde als de stomme wau (ϝ in Grieks schrift; het is niet onze F-klank maar wordt uitgesproken als w zoals in het Engels) in het Homerisch Grieks waarvan wel de effecten voelbaar zijn in het metrum van de Ilias en Odyssee. Het eerste Oudgriekse voorbeeld van de stomme h dat ik ooit geleerd heb is ἔργον (lees als ergon met een stijgende toon in de eerste lettergreep en dalende in de tweede) en dat voor *ϝέργον (lees als wergon met stijgende toon in de eerste lettergreep en dalende in de tweede), dat hetzelfde betekent als werk in het Nederlands en verwant is daaraan. Dit was tevens het eerste woord waardoor ik het verband tussen Nederlands en Grieks zag, hetgeen mij sindsdien zeer bezighield.

Toen ik Frans leerde op het CLZ in Zeist, waar ik destijds op school zat, maakte ik kennis met stomme klanken zoals de stomme e en stomme h. Ik vond het vooral leuk om naar de uitspraakopnames te luisteren die online beschikbaar waren van de methode Carte Orange, die wij destijds gebruikten. Overigens werd er niet veel aandacht besteed aan het feit dat de uitspraak van alle woorden uit het lesboek op de website van Carte Orange beschikbaar waren; ik ben van oudsher erg auditief ingesteld en vind het fijn om een taal te kunnen horen, alhoewel ik nu ook behoorlijk kan gokken hoe een taak klinkt als ik maar genoeg aanwijzingen verzamelen voor de uitspraak. Toen ik op CLZ zat en Brits Engels op school kreeg viel het mij op dat er een stomme r in het Engels is: fear /fie/, dear /die/, enz. Ik had zelf IPA uitgevogeld door een ‘pronunciation key’ te kraken door de woorden hardop te zeggen.

Daardoor besefte ik mij dat de r wel geschreven werd zoals de Franse h, maar niet uitgesproken werd in het Britse Engels. Pas in 2018-2019 drong het pas goed tot mij door dat deze stomme r ook in het Landfries en de andere Friese talen die in ons Friesland gesproken worden bestaat. Zo merkte ik op dat de r veelal stom was in het Oosterschellings en daarom dikwijls niet geschreven werd (bijvoorbeeld Oostersch. hos voor *hors, hetzelfde betekende als Eng. horse of Ned. paard). Overigens wordt niet consequent de stomme r weggelaten in het Oosterschellings, viel mij op, omdat soms het juist wel geschreven wordt, maar ik had in die gevallen algauw door dat de r daar niet uitgesproken zou worden. Tevens merkte ik datzelfde fenomeen in het Schiermonnikoogs. Bijvoorbeeld feur voor wordt als feu uitgesproken. Ook heeft het Schiermonnikoogs ben kind, waar er in het Landfries bern geschreven wordt.

In 2018 leerde ik als laatste het Hindeloopers en kwam er overigens achter dat men bòn in Hindeloopers zegt en veel oude Hindeloopers het absoluut niet kunnen aanvaarden dat er een r in dat woord geschreven wordt; het zou namelijk leiden tot verwarring omdat er, zoals de Hindeloopers zeggen aan de hand van hun levend geheugen, nooit een r in dat woord uitgesproken werd. Daar er sinds mensenheugenis geen born gezegd is in het Hindeloopers, zien veel Hindeloopers het als foutief om het woord zo te spellen en beschouwen het als een ongewenste Landfriese invloed op de schriftelijke weergave van hun inheemse taal. Zo heb ik ontdekt tijdens mijn onderzoek in 2018.

Alle stomme klanken zijn trouwens etymologische klanken: ze zijn niet hoorbaar, maar zij hebben naar alle waarschijnlijk (al dan niet in het levend geheugen) ooit eens bestaan in het woord. Dikwijls zijn zulke vormen in bepaalde spreektalen nooit aangetroffen en daarom heeft zulk een etymologische spelling weinig zin in de praktijk; zulke onaangetroffen vormen dienen volgens huidig etymologisch gebruik met een * (asterisk) aangeduid te worden.

Een Zweed kan zich niet herinneren dat ord ooit als *vord uitgesproken werd en daarom heeft het helemaal geen zin het zo te spellen, maar voor een Nederlander, die woord met w en niet oord uitspreekt zoals een Zweed, heeft er wel baat bij te beseffen dat ord eigenlijk voor *vord staat, alhoewel niet moet denken dat het zo uitgesproken wordt en daarom kan hij het maar beter niet zo spellen. Zo kan een Landfries er baat bij hebben dat Hind. bòn voor born staat, maar hij kan het beter maar niet zo spellen, omdat born met r geen goed Hindeloopers is en nooit geweest is noch zal zijn. Het Hindelooper schrift is, mijns inziens, bedoeld om de taal op een degelijke manier weer te geven dat het helpt met de goede uitspraak van de taal. Het Hindelooper schrift van T. van der Kooy voldoet aan die behoefte en daarom heb ik dit gehandhaafd. Het helpt mij tot nu toe bij het leren en ik kan de taal daardoor goed uitspreken.

Ik ben van mening dat het – behalve voor werken of artikels met etymologische doeleinden – in het algemeen geen zin heeft om etymologische oftewel stomme klanken te schrijven en daarom ben ik een sterk voorstander van het afschaffen van stomme klanken in iedere taal die maar geschreven wordt. Ik zie het praktisch nut er niet van in om klanken te schrijven die je toch niet uitspreekt, het werkt verwarrend met het lezen omdat je een klank eruit moet filteren.

Het is bij het schrijven een onnodig moeilijk gedoe omdat je moet herinneren wat het woorbeeld is (dat dus niet overeenkomt met de werkelijke uitspraak) en je moet ook nog eens opletten, vooral als leerling, dat je het niet per ongeluk uitspreekt. Het schrijven van stomme klanken is dus grote onzin over het algemeen genomen, en het volstaat om een leerling te informeren dat *vord de erymologische vorm is die overeenkomt met Ned. woord, maar een Zweed schrijft en zegt gewoon ord, geen *vord, in zijn taal. Daarbij moet het gehouden worden, overdrijven met stomme klanken is onzin en gewoonweg afleidende tijdverspilling. Het is enigszins een hobby of liefhebberij om te weten dat *vord hetzelfde is als ord, maar meer moet en mag het ook niet zijn. Dat geldt mijns inziens ook voor Frans en Brits Engels, waar zij hun stomme klanken ook maar beter kunnen afschafden.

Al deze zaken besproken hebbende, komen wij nu tot het Elfdaals. Voor een Nederlander of Fries zijn veel woorden in het Elfdaals op het eerste oog onduidelijk omdat daar een ongeschreven stomme klank in zit. Zo zegt men uord in het Elfdaals, waar men woord in het Nederlands zegt. Het staat dus voor *wuord, hetgeen geen haan schrijft noch kraait in het Elfdaals. Voor een Zweed is dit makkelijk te begrijpen omdat hij immers ord zegt, zoals wij reeds uitvoerig besproken hebben. Het wegvallen van de w bij bepaalde woorden in het Elfdaals – doch niet in alle woorden evenals in het Zweeds – is wat de taal enigszins verwarrend maakt, maar als je weet waar een w hoort te staan en door je het woordbeeld met die stomme klank voor te stellen, dan kun je het goed begrijpen en redelijk makkelijk onthouden.

Naast de stomme w is er ook nog een stomme h in het Elfdaals, hetgeen gelijkt op de stomme h in het Frans die ik reeds eerder aangehaald heb in dit artikel. Zo zegt men in het Elfdaals ietta in plaats van *hietta, terwijl de h juist in ons overeenstemmend werkwoord heten wel uitgesproken wordt en in het Zweeds spreekt men ook heta met de h uit, waardoor het Elfdaalse woord voor zowel Zweed als Hollander onbekend met de etymologie ervan een verwarrende werking kan hebben. Er zijn veel voorbeelden van de stomme h en w in het Elfdaals, maar ik ga deze hier verder niet opnoemen, want dat kan beter in weer een apart artikel behandeld worden; dit artikel is immers lang genoeg geworden. Er zijn tevens andere stomme klanken in het Elfdaals die ik hier niet wil behandelen.

De slotsom is dat er zowel een ongeschreven stomme h in het Elfdaals bestaat, zoals in ietta, alswel een stomme w, zoals in uord. Als men de stomme klank erbij denkt in het woordbeeld, dan wordt het woord vanzelf makkelijker om te begrijpen en onthouden. Dit is een handig weetje voor bij het leren van de Elfdaalse taal, die gekenmerkt wordt door het (bij tijd en wijlen ongemerkt) wegvallen van sommige klanken.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s